DCM staat voor Dilatoire Cardio Myopathie, een hartspierziekte met verwijding van de linker hartzijde.
Al jaren geleden maakte men mee dat een Dobermann tijdens de sport of tijdens rust zomaar ineens dood kon neervallen, een zogenaamde “sudden death”. Men zag toen ook al Dobers met klinische verschijnselen duidend op hartfalen, zoals bijvoorbeeld, hijgen, hoesten, verminderd uithoudingsvermogen en/of een dikke met vocht gevulde buik (ascites). Bij de dierenarts werd het hartfalen bevestigd door lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en zo mogelijk een ECG (electrocardiogram/hartfim). Ingeval van onderzoek na overlijden werd veelal een vergroot hart aangetroffen en longen gevuld met vocht. Op microscopisch niveau kon worden gezien dat gezonde hartspiercellen deels plaats hadden gemaakt voor littekenweefsel.
Met de verdere ontwikkeling van de hartechografie-apparatuur, werd begin jaren ‘90 steeds meer bekend over het DCM ziekteproces. Zodat we nu weten dat de hartaandoening begint met een lichte verwijding van het linker hart, eerst alleen in ontspannen fase (diastole) en later ook in de aangespannen fase (systole).
Uiteindelijk ontstaat ook een verdunning van de scheidingswand (septum) tussen de linker en rechter hartkamer (ventrikel) en een verdunning van de vrije linker kamerwand zelf. Als gevolg van de verwijding van de linker harthelft ontstaat een lekkage van de kleppen welke zich bevinden tussen de linker kamer en boezem (atrium), waardoor de linker boezem uiteindelijk zelf ook gaat verwijden.
Door de verwijding van de linker boezemwand kan de elektrische geleiding van de wand verstoord geraken waardoor hartritmestoornissen kunnen ontstaan, te weten boezemfibrilatie (atriumfibrilatie).
Bij Dobermanns met DCM zal het hart dus geleidelijk aan zwakker worden en minder goed kunnen samentrekken. Als gevolg hiervan zal het hart langzaam verwijden oftewel groter worden. Uiteindelijk is het hart zo danig verzwakt dat het niet meer voldoende goed het bloed door het lichaam kan rondpompen, waarbij dan de typische klinische hartverschijnselen zullen ontstaan, zoals een verminderde conditie, meer hijgen, hoesten en vochtophopingen in de longen of buik. Daarnaast kunnen dus hartritmestoornissen optreden, soms af en toe, maar ook dusdanig vaak achter elkaar dat onze Dobermann plots overlijden kan.
DCM is een aandoening die genetisch wordt overgedragen.
Echter tot op de dag van vandaag heeft men nog niet duidelijk kunnen vaststellen waar de betreffende genen zich op de chromosomen bevinden, zo ook heeft men nog geen duidelijke genmutaties (veranderingen) gevonden.
Met andere woorden er bestaat vooralsnog geen DNA-test om de aandoening DCM bij de Dobermann genetisch vast te stellen of uit te sluiten
Omdat DCM erfelijk is en de klinische verschijnselen veelal pas op latere leeftijd optreden (het grootste percentage tussen de 6 en 8 jarige leeftijd), heeft deze aandoening zich gemakkelijk kunnen verspreiden binnen de Dobermannpopulatie in binnen- en buitenland. Zonder een betrouwbare DNA-test is het dus belangrijk om DCM voorstadia zo vroeg mogelijk te kunnen vaststellen en daarmee verdere verspreiding van deze hartaandoening zo goed mogelijk te voorkomen.
In de jaren ’90 heeft men ontdekt dat een langdurige hartfilm (24 uurs ECG / Holter ECG) kan bijdragen aan het vroegtijdig opsporen van eventuele DCM voorstadia. Indien een hond bij de 24 uurs hartfilm meer dan een bepaald aantal extra hartslagen had buiten het normale hartritme om, was de kans beduidend groter dat deze hond op latere leeftijd DCM zou ontwikkelen. Deze extra hartslagen worden ventriculaire extrasystolen genoemd (VES) en tegenwoordig wordt geadviseerd om Dobers uit te sluiten van de fokkerij als binnen 24 uur meer dan 100 VES worden geregistreerd.
Zulke ventriculaire extrasystolen kunnen alleen op zichzelf voorkomen, deze zijn meestal niet gevaarlijk, echter als er 2 (doublet), 3 (triplet) of nog meer VES direct achter elkaar komen is de kans op een “sudden death” aanzienlijk groter. Zulke patiënten dienen dan ook altijd medicamenteus te worden behandeld, ook als ze beduidend minder dan 100 VES hebben per 24 uur.
Naast het Holter-onderzoek (24 uurs ECG) behoort ook een hartechografisch onderzoek tot de vereiste screeningsmethoden. Alleen doormiddel van een hartecho kan definitief worden vastgesteld of er sprake is van DCM bij de Dobermann. Via de hartecho kunnen de hartspierdiktes worden opgemeten, de mate van de contractie (samentrekken van het hart) worden vastgesteld en kan worden gezien of er lekkage is vanuit de hartkleppen.
Het 24 uurs ECG samen met de hartecho zijn de gouden onderzoeksstandaard inzake DCM screening bij de Dobermann!
Geadviseerd wordt om teven en reuen, zeker degenen die gebruikt worden voor de fokkerij, minimaal jaarlijks te laten onderzoeken volgens bovenstaande gouden standaard, liefst al vanaf 2 jarige leeftijd.
Advies van Dr. Jan-Gerd Kresken, voorzitter van Collegium Cardiologicum (CC-Kreis), lid van ESVC (European Society Veterinary Cardiology) en ESVDI (European Society Veterinary Diagnostic Imaging).
Een gedegen hartscreeningsonderzoek, te weten hartecho en 24 uurs ECG, kan alleen worden uitgevoerd, c.q. geïnterpreteerd, door een veterinair cardiologisch specialist of een dierenarts met grote affiniteit hiervoor en die zich doormiddel van intensieve nascholingen uitgebreid heeft bekwaamd in de veterinaire cardiologie.
Verdere aanvullende bloedonderzoeken bij DCM kunnen zijn:
Bloedonderzoek naar “cardiaal Troponin I”:
Dit is een eiwitcomplex wat vrij komt uit de hartspiercel wanneer deze beschadigd is. Omdat bij dit bloedonderzoek vaak vals positieve uitslagen worden gevonden, is dit onderzoek niet als zodanig geschikt voor DCM-screening. Wel zou het naast een hartecho-onderzoek aanvullende informatie kunnen verschaffen.
Bloedonderzoek naar “NT-proBNP”:
BNP (Brain natriuretic peptide) en het afsplitsproduct NT-proBNP worden in bepaalde hartspiercellen aangemaakt, met name in geval van overbelasting van het hart. BNP probeert bij hartfalen de verhoogde bloeddruk en de overmaat aan vocht in het bloedvatensysteem te corrigeren. Doordat er veel andere oorzaken kunnen zijn die een verhoging van de BNP of NT-proBNP kunnen geven, is dit bloedonderzoek voornamelijk geschikt om hartfalen uit te kunnen sluiten bij Dobers waar er wel een sterke klinische verdenking is op DCM. Omdat NT-proBNP door de nieren wordt uitgescheiden worden er bij een gestoorde nierfunctie ook snel hogere waarden gevonden, hetgeen dus foutief geïnterpreteerd zou kunnen worden als hartfalen dan.
Alhoewel eerder werd vermoed dat bij reuen vaker DCM zou voorkomen dan bij teven is dit volgens de nieuwste inzichten niet juist. Dobermann reuen en teven hebben gelijke kansen op het verkrijgen van DCM.
Bij een hartecho kunnen de eerste verschijnselen van DCM zichtbaar zijn terwijl de Dober nog geen klinische klachten vertoont. Dit wordt ook wel de occulte of pre-klinische DCM genoemd. Gemiddeld duurt deze fase 1.5 jaar alvorens de eerste klinische klachten zichtbaar zullen zijn. Medicamenteuze behandeling in deze occulte fase kan deze periode met gemiddeld 9 maanden verlengen. Ook als zich bij de patiënt uiteindelijk klinische symptomen ontwikkelen, blijkt de levensduur langer te zijn dan bij patiënten waarbij pas wordt gestart met een medicamenteuze behandeling in het klinische stadium.
Meerdere medicamenten dienen te worden ingezet bij DCM, afhankelijk van de onderzoeksresultaten en klinische toestand van de patiënt.
Zo bestaan er medicijnen die de spierkracht van het hart vergroten (positief inotroop effect), medicijnen (ACE-remmers) die het bloedvatstelsel verwijden waardoor het hart gemakkelijker het bloed rondpompen kan, medicijnen die het overtollig vocht afdrijven uit het lichaam (plastabletten), anti-aritmica, medicatie tegen hartritmestoornissen en combinaties van deze.
Bij DCM-patiënten is een regelmatige herhaling van het hartonderzoek noodzakelijk om vast te stellen of de ingestelde medicamenteuze therapie goed is of dat deze zal moeten worden bijgesteld om er voor te zorgen dat de patiënt zo lang mogelijk een kwalitatief goed leven kan lijden.
Helaas zal uiteindelijk iedere medicatie onvoldoende werkzaam blijken en zal de DCM-patiënt moeten worden ingeslapen om een lijdensweg van ademnood te voorkomen, zij het niet dat de patiënt al in een eerder stadium komt te overlijden als gevolg van een acuut hartfalen. Let wel met de juiste medicatie kan het leven van een DCM-patiënt soms ook met jaren worden verlengd.
“DCM beim Dobermann” is een film, mede tot stand gekomen door de vooraanstaande veterinaire cardiologen dr. Wess en dr. Kresken, waarbij in 2013 al uitvoerig de ernst van DCM bij de Dobermann werd getoond en ook al noodzakelijke maatregelen werden aangedragen om het ras “de Dobermann” weer gezond te maken.
Helaas is er geen versie met Nederlandse ondertiteling.
Zoals reeds eerder gesteld:
Het 24 uurs ECG samen met de hartecho zijn de gouden onderzoeksstandaard inzake DCM screening bij de Dobermann.
Waarbij een zo vroeg mogelijke detectie van DCM van uiterst belang is om het aantal nakomelingen van DCM patiënten zo klein mogelijk te houden. Dit houdt niet in dat alle nakomelingen en verdere verwanten van DCM-patiënten dienen te worden uitgesloten voor de fokkerij. Onze Dobermannpopulatie is heden ten dage dusdanig klein dat men het zich niet kan veroorloven om grote aantallen Dobers uit te sluiten van de fokkerij. Dierenarts-specialist cardiologie Niek Beijerink (dipl. ECVIM) heeft in Januari 2019 gesteld dat bij een dusdanig kleine populatie van rashonden, zoals momenteel bij onze Dobermann, het verstandiger is om vooralsnog gezonde Dobers met weliswaar aanverwante DCM-patiënten niet uit te sluiten van de fokkerij, dan uiteindelijk achteraf toch gezonde Dobers wel te hebben uitgesloten van de fokkerij.
Alleen door zorgvuldige screening volgens de gouden standaard met “volledige openheid” van onderzoeksuitslagen en een verantwoord bewust fokbeleid kan DCM bij de Dobermann hopelijk ooit tot de verleden tijd behoren.
Publicatie van de uitslagen
Is uw hond onderzocht op DCM (echo en 24 uurs holter, maar ook bijvoorbeeld Pro-BNP) dan kunt u kopieën van de uitslag sturen naar de secretaris van de vereniging. De resultaten worden dan verwerkt in de database.